top of page

Kinderen, een uniek publiek

  • Foto van schrijver: Laure Lambert
    Laure Lambert
  • 20 okt 2019
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 4 dec 2019

Het publiek staat centraal voor een publiekshistoricus, het is dan ook zijn taak zoveel mogelijk verschillende groepen ten dienst te zijn. Kinderen vormen een grote groep die al te vaak vergeten wordt, hoewel ze een heel dankbaar publiek zijn. Kinderen zijn makkelijk te enthousiasmeren, hebben een open geest, kijken eerlijk en barsten van verbeeldingsvermogen. Kinderen zijn een geweldig interessant publiek, maar ook uitdagend, doordat ze anders denken dan volwassenen.


ree
Joseph Wright - An Experiment on a Bird in an Air Pump (foto: Web Gallery of Art)

Kinderen zijn van nature nieuwsgierig, leergierig zelfs. Ze kunnen eindeloos "waarom"-vragen stellen, over alles, zonder schaamte. Het is vaak lastig op al die vragen een antwoord te geven. Het gaat nochtans vaak om een interessante vraag, die getuigt van kritisch nadenken. Al te vaak echter worden kinderen beschermd, worden hen dingen verborgen gehouden, omdat ze "er nog te jong voor zijn." Het schilderij van Joseph Wright illustreert deze spanning. De genderongelijkheid tussen de man en vrouw laten we hier even achterwege. Maar kijk naar de houding van moeder en kind. De volwassene kijkt hier weg, kan het aanzicht van de stervende vogel niet aan en legt beschermend de hand om haar kind. Het kind echter, is nieuwsgierig, wil bijleren, vind het eng, maar wil bovenal weten wat er met de vogel gebeurt.


Het kwam ook ter sprake tijdens ons gesprek met de curator van het museum Tot Zover, in Amsterdam. Het is een museum over de dood, een "eng" thema. Volwassenen vinden het echter vaak moeilijker om het er over te hebben dan kinderen. Kinderen willen weten wat dat is, de dood. Voor hen is het geen taboe. Het is de maatschappij die er een taboe van maakt. Natuurlijk kunnen gevoelige thema's niet op dezelfde manier verteld worden aan kinderen dan volwassenen, het doel mag niet zijn te choqueren. Maar ik geloof dat elk thema, hoe groot het taboe ook is, ook op maat van het kind verteld kan worden. Volwassenen maken zich er vaker grotere zorgen over dan de kinderen zelf. Tot Zover speelt in op deze spanning door een lespakket aan te bieden, “Doodgewoon in de klas.” Het maakt het voor leerkrachten makkelijker een moeilijk thema als dit bespreekbaar te maken.


Naast hun nieuwsgierigheid, hebben kinderen ook een groot verbeeldingsvermogen. Op de speelplaats kunnen ze urenlang in de huid van een personage kruipen, zonder daar veel attributen voor nodig te hebben. Het is een dankbaar gegeven voor de publiekshistoricus. De beleving van het verleden, brengt het verleden dichter naar het heden. In de blogpost over “historical performances” ging ik reeds dieper in op de functies van die beleving.


De beleving en verbeelding van het verleden, zijn ook verbonden met emoties. Jasmijn Rana, M. Willemsen en H.C. Dibbits schreven een artikel over emoties, verbeelding en empathie. “It is key to understand empathy in relation to imagination, because emotions can be used to destabilize received narratives and understandings of history, so that great engagement with hidden or marginalized histories and contemporary group sympathy may occur.” Het grote inlevingsvermogen van kinderen maakt het dus makkelijker hen het verleden te laten beleven, waardoor ze (onbewust) meer begrip en empathie opbrengen voor die verschillende geschiedenissen en hedendaagse groepen waar Rana, Willemsen en Dibbits het over hebben. [1]


“Destabilize received narratives and understandings of history,” is het ander deel van de quote. Dit is sterk gelinkt met het concept van het “collectieve geheugen,” wat uitvoerig besproken wordt een artikel van James Oliver Horton en Johanna C. Kardux. Het collectieve geheugen zorgt ervoor dat mensen met bepaalde verwachtingen naar publiekshistorische projecten gaan. Wanneer het getoonde verleden afwijkt van dat verwachte verleden uit het collectieve geheugen, kan dat door het publiek als negatief of choquerend ervaren worden. Dit gegeven hangt ook sterk samen met het concept “erfgoed,” waar ik eerder al een stukje over schreef. [2]


Ik geloof dat kinderen, doordat ze nog minder beïnvloed zijn door dit collectieve geheugen, met een meer open geest aan publiekshistorische projecten deelnemen. Ze zijn zich nog niet bewust van de aanwezige historische narratieven, waardoor het getoonde verleden er ook niet van kan afwijken. Een zekere soort van voorzichtigheid bij beladen thema’s, is dan ook minder nodig voor kinderen. Kinderen zijn een heel open, dankbaar, maar uitdagend publiek voor de publiekshistoricus. Hun eigenschappen bieden enorm veel mogelijkheden, maar vragen ook een unieke methodologie om het verleden voor te stellen, anders dan bij volwassenen. 


[1] Jasmijn Rana, M. Willemsen and H.C. Dibbits, “Moved by tears of others: emotion networking in the heritage sphere,” International Journal of Heritage Studies 23, nr. 10 (2017): 977-88.

[2] James Oliver Horton and Johanna C. Kardux, “Slavery and the Contest for National Heritage in the United States and the Netherlands,” American Studies International 42, nr. 2/3 (2004): 51-74.

 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

Opmerkingen


Post: Blog2_Post

©2019 door Laure Lambert. Met trots gemaakt met Wix.com

bottom of page