top of page

Objectiviteit, een noodzaak? Een pleidooi voor de "historical performance"

  • Foto van schrijver: Laure Lambert
    Laure Lambert
  • 19 okt 2019
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 4 dec 2019

"Het klinkt als de oplossing om jongeren aandachtig te houden tijdens de lessen geschiedenis." Met deze zin opende Wim De Vilder op 16 oktober het rubriekje in het VRT-journaal van 19u, over videogames in de klas. Want nu Assassin's Creed gewelddadige scenes uit hun game verwijderde, is het een "ideaal instrument voor de geschiedenisles" aldus De Vilder. De leerlingen en leerkrachten van de Middenschool in Geraardsbergen zijn alvast enthousiast. Volgens de leerkracht leren ze het meest uit dingen die ze zelf ook leuk vinden. "Ze doen het niet omdat ze moeten."


Een van de makers van de game licht toe dat er veel is samengewerkt met universiteiten, historici en leerkrachten om zoveel mogelijk informatie te vergaren en het zo waarheidsgetrouw mogelijk te maken. Conservatieve historici zouden er echter sceptisch tegenaan kijken, want helemaal historisch correct kan die game toch niet zijn? Het is een moeilijk debat, over het belang van objectiviteit en waar de grens ligt. De publiekshistoricus moet op zoek naar de balans tussen een zo groot mogelijke historische objectiviteit en een zo hoog mogelijke publiekstoegankelijkheid. Die weegschaal is moeilijk in evenwicht te brengen. Het publiek zit immers niet te wachten op eeuwige nuances, ellenlange bibliografieƫn en ingewikkelde academische termen.


Ik heb laatst de Netflix-serie Blue Planet beƫindigd en kon, ook hier, een link leggen met publieksgeschiedenis. Want net zoals het bij Blue Planet eerder van belang is dat het publiek kan genieten van de mooie beelden, leuke dierenweetjes te horen krijgt en vooral de algemene boodschap oppikt, is het ook in bij de "historical performance" eerder van belang dat het publiek een interesse krijgt in de materie, met plezier beleeft en het grote verhaal begrijpt.


De makers van Blue Planet hadden heus niet het doel het publiek al die wetenschappelijke termen en systemen te laten onthouden, eerder om duidelijk te maken wat in grote lijnen met onze aarde aan het gebeuren is, om de materie dichter naar de kijker te brengen. Daar moeten we als publiekshistorici misschien een voorbeeld aan nemen. Bij geschiedenis ligt het echter niet zo eenvoudig, geschiedenis is immers geen exacte wetenschap, volledige objectiviteit is onmogelijk. Jerome De Groot concludeert in zijn artikel echter terecht dat vormen van "historical performance" aantonen hoe divers geschiedenis wel is. Elke vorm heeft haar nadelen, maar zeker ook haar kwaliteiten. [1]


In zijn artikel haalt De Groot ook Assassin's Creed aan, als "the most influential historical game of the past few years." Hij wijst letterlijk op de "educational information" in de game. Zoals de leerlingen, leerkracht en maker aanhaalden in het nieuwsbericht, heeft Assassin's Creed dus zeker kwaliteiten die ingezet kunnen worden in het onderwijs. De historische beleving is een concept dat sterk naar voor komt in het artikel van De Groot. De verpersoonlijking met een avatar "encourages a sense of experiencing history." Games kunnen het verleden dichter bij het heden brengen, meer dan tekst. Een van de leerlingen was duidelijk enthousiast over dat belevingsaspect. "Anders moet je gewoon lessen volgen en dan zie je dat alleen maar op prenten en in tekst en hier kun je ook zelf beleven wat er is gebeurd vroeger, in het oude Griekenland."


"Emotional intensity," een begrip dat ook bij De Groot naar voor komt, is sterk verbonden met deze beleving. De beleving via games kan een zekere "historische empathie" creƫren bij het publiek. Het wordt niet alleen makkelijker je in te leven in de context van de tijd, maar ook in de personages die er in rondlopen. Dit vermogen tot inleven in historische personages zorgt voor de mogelijkheid de handelingen van toen minder met een hedendaagse bril te bekijken of te veroordelen en ze beter in hun context te zien.


De "historical performances," waarvan Assassin's Creed een voorbeeld is, mogen misschien wel wat meer omarmd worden door academische historici. Ze zijn niet minderwaardig aan academische geschiedschrijving, maar hebben simpelweg een andere waarde. Net zoals academische geschiedschrijving voor- en nadelen heeft, is dat ook bij populaire vormen als deze het geval. De twee kunnen ook een mooie aanvulling zijn op elkaar. De leerlingen speelden immers niet zomaar Assassin's Creed. Het altijd aanwezige invulblad bij populaire activiteiten op school, was ook hier aanwezig. Het verpestte het enthousiasme bij de leerlingen gelukkig niet.


[1] Jerome de Groot, "History Games," in Consuming History. Historians and heritage in contemporary popular culture (2de editie; Londen/New York 2016), 152-63.

Ā 
Ā 
Ā 

Recente blogposts

Alles weergeven

Opmerkingen


Post: Blog2_Post

©2019 door Laure Lambert. Met trots gemaakt met Wix.com

bottom of page